Uitbreiding Groene Woestijn Programma

In de afgelopen tijd zijn de werkplannen voor 2022 – 2024 voorbereid. Het Groene Woestijnprogramma is daarin uitgebreid, bij de ‘reguliere’ projecten als duinfixatie, vrouwentuinen, boerenbomen en boszones zijn programma’s gekomen voor kleine boomgaardjes voor fruitbomen en Baobabs – beide zowel voor handel als voor eigen gebruik. De Baobab – leverancier van bast, vruchten, bladeren (in de dagelijkse saus), schaduw, vocht in de bodem, en ikoon van het landschap en symbool van de eeuwigheid.

Ooit zullen onze opvolgers in PPD en ADI zij aan zij onder een volwassen Baobab zitten en zeggen: Goed gedaan, ouwe.

De focus verschuift naar landbouw: voedselzekerheid is een van de belangrijkste onderwerpen geworden. Dat heeft ook met de veiligheid te maken; boeren durven ver weg gelegen akkers niet te bewerken; de oogsten zijn daardoor dramatisch gedaald.

In het kader van het DJAM-project zijn medewerkers van ADI geschoold in agrarische technieken, die zij weer aan de boeren en vrouwengroepen doorgeven. Het idee is dat deze zelf daarmee experimenteren en daarmee voorbeeld geven: zien doet geloven. Maar DJAM loopt af en deze werkwijze slaat aan – wij onderzoeken nu hoe dit kan worden ontwikkeld als nieuw onderdeel van het Groene Woestijn programma. Bijvoorbeeld door, naast het ontwikkelen van ADI-medewerkers tot eco-trainers, deze experimenten te ondersteunen met garanties: als er een mislukt, zal er toch voedsel en in komen zijn.

De samenwerking met Wilde Ganzen is nog sterker geworden. PPD en Wilde ganzen hebben een Memorandum of Understanding getekend, waarin de intentie voor drie jaar samenwerken is vastgelegd. Wilde Ganzen heeft vervolgens voor 2022 financiering van een derde van het totale budget voor de Groene Woestijn toegezegd.

ADI doet regelmatig verslag van de voortgang van de projecten op haar Facebookpagina https://www.facebook.com/associationdogoninitiative.

In oktober werd daar zichtbaar hoe een ‘levende omheining’ volgroeid raakt – die op termijn de afrastering kan vervangen, die dan weer elders kan worden hergebruikt.

 

Het werk aan de boszones gaat door; elk jaar komen er vier hectaren bij.

 

 

De distributie van houtbesparende fornuizen wordt voorbereid. Oliedrums worden opengesneden, platgemaakt, versneden en weer rond gemaakt. Later worden zij ‘ingemetseld’ in leem; zo is er veel minder warmteverlies en is dus veel minder hout nodig.

 

In Sangha wordt een nieuwe schooltuin voorbereid. In november werd de omheining gemaakt, kort daarna werden de zaden en materialen in ontvanghst genomen: de tuin kan beginnen!

 

In Neni wordt een fruitboomgaard aangelegd; tot de voorbereidingen hoort het graven van een waterput.

Het project ‘boerenbomen’ loopt goed; er is veel vraag naar. In dat project worden waterboxen uitgeleend aan boerengezinnen, plus zaailingen van bomen. Zij planten die op de akkers, en verbeteren daarmee het microklimaat en de bodemvochthuishouding, en krijgen opbrengst in de vorm van bladeren, vruchten en hout. De bomen worden in de beginfase beschermd tegen veevraat, de beschermers worden lokaal gemaakt.