Neni

Het bijna verlaten dorp Neni ligt in de vallei tegenover Koundou Da. De bewoners zijn verhuisd naar de vlakte. Dientengevolge liep deze culturele plek gevaar, niet alleen door het gebrek aan onderhoud en middelen, maar het dorp is ook verlaten vanwege invloeden van religies als de Islam en het Christendom die een grote bedreiging vormen voor de animistische dorpen.

In het dorp Neni zijn bijna alle huizen beschadigd en het is moeilijk om een onderscheid te maken. Het is duidelijk dat sommige onderdelen van zelf zijn ingestort, maar andere schade is veroorzaakt door plunderaars op zoek naar de oudste kunstobjecten om die aan toeristen te verkopen. Het enige huis dat er uitspringt is het huis van het hoofd van het dorp, de Hogon. De voorgevel is geverfd in verschillende kleuren en heeft diverse decoraties. De muur van het dak is versierd met het ei van een vogel genaamd Djéguédjaga. Het raam in het midden van de gevel wordt gebruikt door de bewakers van de Hogon. Op het lage gedeelte is er een decoratie van de Lèwè-slang, terwijl door het gat onder het hoofd van de slang Lèwè de overleden van Hogon naar buiten wordt gebracht. Helaas is de achterkant van het huis bijna ineengestort. Een deel is versierd met de maan en een ster, de andere kant met de zon. Dit alles laat zien dat de Dogon een sterke relatie hadden met de zon en de maan die over hen waken.