Landbouw
Landbouw, veeteelt en tuinbouw worden grotendeels op bestaansminimum uitgevoerd. De Dogon landbouwers en Peul veetelers zijn vooral actief om hun eigen gezin te voeden. Slechts een klein percentage van lokale productie komt op de markt. Commerciële landbouw beperkt zich tot een handjevol landeigenaren of grote veeboeren die in staat zijn op grotere schaal te produceren. Afgezien van de traditionele manieren om bijvoorbeeld granen te vermalen tot meel of uien en katoen te verwerken, is er nauwelijks enige infrastructuur om waarde toe te voegen aan de lokale productie. Pays Dogon staat bekend om de productie van uien. De uienteelt is de afgelopen decennia gegroeid, maar heeft ook gezorgd voor een daling van de prijzen. Het gebrek aan goede opslagfaciliteiten speelt hierbij ook een rol. Na de oogst komen de uien allemaal tegelijk op de markt waardoor de winst beperkt blijft. Daarbij kunnen afgelegen dorpen bij gebrek aan transportmogelijkheden nauwelijks profiteren van marktkansen.. Andere belangrijke gewassen zijn sorghum, gierst, pinda’s en sesam. Op kleinere schaal komt uit de tuinderijen – afhankelijk van de watervoorziening – een verscheidenheid aan groenten, zoals sla, bonen, aardappelen, enzovoort. Deze tuinen, die ADI in samenwerking met vrouwengroepen opzet, spelen een belangrijke rol in het verbeteren van de gezinsmaaltijden en het verhogen van inkomsten via de markt.