Groene woestijn

Twee factoren leiden tot een verschuiving van focus in het Groene Woestijn project: enerzijds de veiligheidssituatie en anderzijds ervaringen, experimenten en voortschrijdend inzicht.

De veiligheidssituatie brengt ADI ertoe projecten nabij de klif voorrang te geven boven projecten verder weg in de vlakte omdat mensen daar niet heen durven, en om te zoeken naar mogelijkheden om de voedselvoorziening binnen dat beperktere gebied te optimaliseren. Dat gaat om het versneld uitvoeren van (een groter aantal) vrouwentuinen en het verbeteren van de productie op de velden.

Een nieuwe aanpak is landbouw binnen de boszones, afwisselend verschillende peulvruchten zoals bonen, pinda’s, enzovoorts, door de struiken en jonge planten binnen de omheining te snoeien en te conserveren. Zo ontstaat daar een microklimaat, dat zowel de gewassen als de jonge boompjes helpt.

De grote projecten gaan door, zoals de duinfixatie. Dat is temeer nodig, omdat erosie van de duinen zand op de akkers brengt  –  waardoor het bruikbare areaal afneemt, juist nu het zo nodig is.