Van 3 tot 16 maart was ik in Mali. Van coronamaatregelen was toen alleen op het vliegveld iets te merken. Ik heb nog honderden handen geschud en vele omhelzingen gekregen. Nu zijn ook in heel Mali maatregelen genomen; Iedereen handen wassen, geen bijeenkomsten meer met grotere groepen toegestaan enz.
We waren dus nog net op tijd, want ADI organiseerde in Sevaré een meerdaagse training voor leraren van de plaatselijke Pabo’s. Ik was een van de docenten.
Ook leraren uit Koro kwamen naar ons toe met de bus. Er werden veel verhalen verteld, dat hoort bij de pedagogiek van AMI, een andere manier van mondeling en schriftelijk taalonderwijs. Goeie verhalen vertellen heeft een helende werking, hoorde ik iemand zeggen. En er werd ook veel gelachen, van lachen krijg je energie. Maar wat me het meest opviel was dat iedereen ervan genoot om nieuwe dingen te leren. Ondanks dat de scholen al lange periodes dicht zijn door stakingen, of misschien juist daardoor. De aanvallen op de dorpen in de Dogon nemen toe en de wegen worden steeds onveiliger.
Boureima en Saidou Teme vertelden me over de restauratieprojecten in Tiougou, Koundou Kikini en Yendouma. Die gaan ook door. In deze hoger gelegen dorpen langs de klif worden de Gina’s, historische familiehuizen, opgeknapt. De hele bevolking werkt eraan mee. ADI zorgt voor de coördinatie en aanvoer van bouwmateriaal. In meerdere dorpen zijn nu ook andere bewoners begonnen om hun huis op te knappen. Het werkt aanstekelijk en men beseft dat je veiliger bent als het huis hogerop ligt.
Het elan van de mensen die ik tegenkwam was inspirerend en bemoedigend. Ik besefte dat als je dagelijks leeft met het gevaar direct om de hoek er maar twee mogelijkheden zijn. Optimistisch blijven en doorwerken of langs de kant van de weg gaan zitten.
ADI kiest voor het eerste en hun onderlinge samenwerking is bewonderenswaardig.