De Dogon
De Dogon-samenleving had van origine vier sociale groepen: landbouwers, smeden, leerlooiers en wevers. Elke groep had eigen regels en tradities, inclusief huwelijken in deze groep. Polygamie was gangbaar, met grote families tot gevolg. Ook nu zijn gezinnen met zes kinderen gangbaar. Het dorp is de belangrijkste sociale eenheid van de Dogon. Elk dorp heeft een ginna, een groot familiehuis en een toguna, een open vergaderruimte. Vroeger hadden mannen en vrouwen aparte hutten, graanschuren en taken; mannen deden zwaar landbouwwerk en bouwden huizen, vrouwen haalden water, kookten, bewerkten land en maakten potten. Anno nu verschuiven taken en veranderen gezinsstructuren; onderwijs en externe contacten brengen nieuwe bewegingen van mensen tot stand.
De oorspronkelijke religie van de Dogon draait om het geloof dat zielen niet alleen in mensen en dieren, maar ook in planten en natuurlijke fenomenen huizen. Amma is de oppergod in de hemel, waar de Hogon, de spirituele leider, contact mee zoekt. Geesten zoals Lebe en fetisjen, heilige voorwerpen, worden vereerd. De Hogon,die gekozen wordt uit prominente families, leeft alleen om wijsheid van Amma via Lebe te ontvangen. Meer en meer zijn de Dogon islamitisch en een kleiner gedeelte christelijk. Sommige animistische elementen blijven onderdeel van het dagelijks leven.
De Dogon behouden eeuwenoude tradities, zoals het zeldzame Sigi-feest dat eens in de zestig jaar plaatsvindt, geleid door een geheim gezelschap van mannen. Maskerdansen, bekend als de damas, zijn essentieel bij begrafenisceremonies en worden nu – vanwege de hoge kosten – jaarlijks uitgevoerd. Elk dorp heeft zijn eigen unieke maskers.